Nieuwsberichten

DE EDBA PLEIT VOOR EEN HOGER TEMPO EN MEER DAADKRACHT

‘Met polderen komen we er niet’
Eigenlijk waren deze pagina’s bedoeld voor een persoonlijk portret van Joost Berkhout, programmamanager EDBA. Nog voor de koffie koud is, ligt er echter een ander plan op tafel. Joost en bestuursvoorzitter Frank Ponsioen willen deze ruimte liever benutten voor een pleidooi dat voor ondernemers veel urgenter is. “Het advies van de EDBA over de verduurzaming en de vitaliteit van onze lokale economie is positief ontvangen, maar sinds maart zijn we met de geadviseerde projecten amper opgeschoten. Het is mooi dat onze ambities bijna unaniem omarmd zijn, maar het tempo in het realiseren ervan ligt te laag en de middelen zijn, vrezen wij, te beperkt. Wij roepen de gemeente, de VOA en alle ondernemers op om het momentum niet aan zich voorbij te laten gaan.”

Tekst: Esther Daniëls. Foto's: Rob Lamping.

Verduurzaming in de hoofdrol
Joost heeft het over het in maart gepubliceerde advies ‘Van grijze middenmoot naar groene voorbeeldstad’. Hierin stippelt de EDBA, als onafhankelijk adviesorgaan, een aantal kansrijke richtingen uit voor de toekomst van onze lokale economie. In dit strategisch advies speelt verduurzaming de hoofdrol, toegespitst op klimaatadaptatie, de energietransitie en de circulaire economie. Aan deze speerpunten is een aantal concrete projecten gekoppeld, waarmee Alphen aan den Rijn zichzelf op de kaart kan zetten als groene en innovatieve gemeente. Die focus biedt kansen voor een vitaal economisch klimaat en creëert nieuwe werkgelegenheid, maar zij vergt ook daadkracht en commitment, het lef om te durven kiezen. Van die moed zouden alle betrokkenen moeten getuigen, zowel de gemeente als (vertegenwoordigers van) het bedrijfsleven.

Terugtrekkende beweging
Tot zover het advies en de intentie die daarachter ligt. Maar wat is er nu sinds de presentatie van het advies gebeurd? Joost: “De ambities op het gebied van verduurzaming en vergroening vielen in zeer vruchtbare aarde. In de afgelopen maanden bereidde de gemeente de economische agenda voor de komende vijf tot tien jaar voor, en nu deze wordt vastgesteld, zien we vrijwel alle door ons benoemde speerpunten daarin terug. Hetzelfde geldt voor haar bedrijventerreinenstrategie. Op papier is ons advies dus één-op-één overgenomen en die waardering is mooi, maar de uitvoering is in de afgelopen maanden slechts schoorvoetend op gang gekomen. Ook wordt naar verwachting slechts de helft van het door ons voorgestelde budget beschikbaar gesteld. Dat heeft geen positieve invloed op de ontwikkelkracht. Dit is het momentum, nú moeten we durven kiezen. De gemeente wil economisch en duurzaam vooruit. Het is zeer de vraag of de gemaakte financiële keuzes bijdragen aan het noodzakelijke tempo van uitvoering. Die terugtrekkende beweging baart ons zorgen. Met polderen komen we er namelijk niet.”

Onderhevig aan politiek
“De keuzes die wij in ons advies bepleiten, zijn onderhevig aan de politiek”, stelt Frank Ponsioen. “We weten dat de democratische besluitvorming anders werkt dan in het bedrijfsleven, en dat het ambtelijke proces over veel meer radertjes loopt. Tussen die twee uitersten zit echter nog heel veel grijs, en waar een wil is, is een weg. De EDBA heeft voor de realisatie van het advies een jaarlijkse werkbudget voorgesteld van € 400.000 en een eenmalig innovatiefonds van € 1 miljoen. Zoals het zich nu laat aanzien, wordt daaraan slechts voor de helft tegemoet gekomen in 2022. Het huidige college voert als argument op dat het vanwege de langdurige formatie nog niet weet hoeveel geld er beschikbaar komt vanuit de landelijke overheid. Bovendien wordt het budget, in het zicht van de gemeentelijke verkiezingen in maart 2022, voor slechts één jaar vastgesteld. Die voorzichtigheid strookt noch met de geformuleerde ambities, noch met de noodzaak die daartoe gevoeld wordt. Dit college had de unieke kans om zijn stempel te drukken op de economische langetermijnstrategie en om de bijbehorende budgetten bindend vast te leggen voor de komende jaren. Dat het die erfenis kennelijk niet wil nalaten, is een bewuste keuze die wij betreuren.”

Blik arbeidskrachten
“Door een halvering van de budgetten komt het tempo in het realiseren van de doelstellingen in de knel”, vreest Joost. “Zeker op de lange termijn. Neem bijvoorbeeld de betrokkenheid van het onderwijs. De verduurzaming van de economie gaat gepaard met een investering in nieuwe werkgelegenheid. Het vergt simpelweg tijd om hiervoor de juiste mensen op te leiden die de gewenste competenties bezitten. Een uitgebalanceerde arbeidsmarkt creëer je niet 1-2-3; dat is geen blik arbeidskrachten dat je even opentrekt. Er moet voor het onderwijs en het bedrijfsleven uitzicht zijn op een economische ontwikkeling die innovatieve, duurzame initiatieven ondersteunt en aantrekt, met een overheid die die ontwikkeling stimuleert. Dat perspectief wankelt als je nu niet bewust investeert.”

Wachten op een oplossing
Frank herkent die terughoudendheid ook op andere gebieden: “Concrete projecten die bijdragen aan de verduurzaming van het economisch klimaat komen nog niet van de grond. Neem het onderzoek naar de vorming van een nieuwe economie vanuit natte teelten op de veenweiden. We weten nu dat deze gebieden, onder invloed van klimaatverandering, minder geschikt zijn voor de traditionele agrarische sector. Maar wat kan er dan wél? En welke sectoren hebben hier belang bij? Om die vragen te beantwoorden hebben verschillende partijen in de keten zich verenigd. Zij hebben een  voorstel ingediend om de marktkansen van nattegewassenteelt te onderzoeken, bijvoorbeeld met een onderzoek naar de productie van biobased bouwmaterialen. Wederom: het voorstel wordt
toegejuicht, maar het potje om het te faciliteren is nog niet verstrekt. Het voorgestelde onderzoek naar de potentiële oplossing voor een groot probleem moet dus nog worden opgestart, en inmiddels zijn we zes maanden verder.”

Vergrijzing en verstening
Joost geeft nog een ander voorbeeld. “Gemeente Alphen aan den Rijn kreeg eerder dit jaar het verzoek om als opdrachtgever aan te haken bij een onderzoek naar de verduurzaming en vergroening van bedrijventerreinen. Het doel was om hiertoe bij het Nationale Groenfonds een gericht voorstel neer te leggen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat de vergrijzing en de verstening van die terreinen echt een negatief effect hebben op het vestigingsklimaat. Mensen willen daar niet meer werken en de arbeidsproductiviteit daalt aantoonbaar. Dat is voor veel bedrijven een dagelijkse realiteit die zij zich zouden moeten aantrekken, maar toen het op de aanmelding aankwam, nam niemand het voortouw. Iedereen vindt het een geweldig plan, maar in het samenspel tussen de gemeente en de VOA is het dan toch een complex proces om tot uitvoering te komen, terwijl die vergroening wel degelijk als speerpunt is opgenomen in de bedrijventerreinenstrategie van de gemeente.”

Foto 2 bedrijventerrein, artikel EDBA.PNG

Spring op de wagen!
“Wij willen overigens niet beweren dat er niks gebeurt. Er zijn diverse initiatieven om de energie- en warmtetransitie te bewerkstelligen, bijvoorbeeld met zonnepanelen of alternatieve warmtebronnen. Die juichen we uiteraard toe, maar de verbinding met economische ontwikkeling wordt nog te weinig gelegd. De urgentie van verduurzaming vraagt om snelle, voortvarende stappen en een stevig plan van uitvoering voor de lange termijn. Zo’n plan kan niet zonder een gevulde portemonnee. Er zijn wel degelijk ambtenaren die zich daar hard voor maken, maar zij alleen kunnen de beweging niet op gang brengen. Daarom doen wij vanaf deze plek een oproep aan de VOA om zich bewust te zijn van haar belangrijke rol in dit proces. Als belangenbehartiger van een groot deel van het bedrijfsleven is de VOA in staat haar leden te mobiliseren en ondernemers het belang en de noodzaak te laten inzien. Draag dat in de komende jaren nog veel actiever uit naar leden en gemeente. Zet ondernemers met goede plannen in de spotlights, en nodig anderen uit om achterop die wagen te springen. Iedereen heeft het druk, maar we moeten nu echt voorbij het eigenbelang kijken en ons richten op het algemeen belang. De ambities van een groene voorbeeldstad worden breed gedeeld. Laten we dan in de uitvoering niet blijven steken bij die grijze middenmoot.”